Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ten ware de God van mijn vader, de God van Abraham, en [66]de Vreze van Izak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden hebben! God heeft mijn ellende, en den arbeid mijner handen [67]aangezien, en heeft u gisteren nacht bestraft. 66. Dat is, God, die mijn vader Izak met groten eerbied en godvruchtigheid dient. Alzo wordt God genoemd onze vreze, Jes.8:13, omdat Hij met een kinderlijke vreze door ons gevreesd moet zijn. 67. Het zien van God betekent zijn tegenwoordige weldaad, gelijk boven, hfdst.16 vs.13, en hfdst.16 vs.9,32; Ex.3:7,9; Ps.31:8, en hier; of zijn straf, boven, hfdst.11 vs.5; 1 Kron.12:17, enz.